( Wiskunde - Getal en Ruimte 12de editie, VWO 2 , H7 Kwadratische vergelijkingen)
Gemengde Opgaven - deel 2
(Opgave 5 t/m 7)
Opgave 5.
a.
Stap①: "De grafiek van y = ⅓x² – 2x snijdt de x-as in de punten O en P."
→ De x-as ligt altijd op y = 0→ ⅓x² – 2x = 0
Stap②: Vind x-coördinaten van de snijpunten O en P door de vergelijking ⅓x² – 2x = 0 op te lossen.
⅓x² – 2x = 0 ← Vermenigvuldig beide zijden met 3×3 = ×33×⅓x² – 3×2x = 3×0x² – 6x = 0x∙x – 6∙x = 0
x(x – 6) = 0 ← Gemeenschappelijke factor xx =0 of x – 6 = 0 → x = 0 ∨ x = 6
Stap③: Bereken de lengte van het lijnstuk OP.
OP = 0 + 6 = 6
b.
Stap①: "De grafiek van y = x² – x – 6 snijdt de x-as in de punten Q en R."
→ De x-as ligt altijd op y = 0→ x² – x – 6 = 0
Stap②: Vind x-coördinaten van de snijpunten Q en R door de vergelijking x² – x – 6 = 0 op te lossen.
x² – x – 6 = 0
+2
–3
(x + 2)(x – 3) = 0 ← De Product-som-methode: 2 × –3 = –6 en 2 + (–3) = –1
x + 2= 0 of x – 3 = 0 → x = –2 of x = 3
Stap③: Bereken de lengte van het lijnstuk QR.
QR = 2 + 3 = 5
Opgave 6.
Stap①: "De inhoud van het doosje is 88 cm³"
→ Volume balk = lengte × breedte × hoogte→ (x + 3)∙(x)∙(1) = 88 cm³
Stap②: Los de vergelijking op
(x + 3)∙(x)∙(1) = 88x² + 3x = 88–88 = –88x² + 3x – 88 = 0 ← Maak het rechterlid nul.–8+11
(x – 8)(x +11) = 0 ← De Product-som-methode: –8 × 11 = –88 en –8 + 11 = 3
x – 8 = 0 of x + 11 = 0 → x = 8 ∨ x = –11 → x = 8, want x is een lengte.
Stap③: Bereken de afmetingen van het doosje.
lengte: x + 3 = 8 + 3 = 11 cmbreedte: 8 cmhoogte: 1 cm→ 11 bij 8 bij 1 cm
Opgave 7.
a. "Hoeveel meter is het wegdek boven het wateroppervlak?"
a. "Hoeveel meter is het wegdek boven het wateroppervlak?"
→ In figuur 7.21 zie je dat het wegdek ligt bij het laagste punt van de parabool van de draagkabel en op het laagste punt x = 0.
→ De formule van de parabool van de draagkabel is h = 0,00025x² + 40
→ h-waarde bij x = 0 in de formule is dezelfde als de afstand van het wegdek tot het wateroppervlak.
→ h = 0,00025(0)² +40 = 40
→ Het wegdek ligt 40m boven het wateroppervlak.
b. "De pylonen steken 162,5 meter boven het water uit."
→ h = 0,00025x² + 40→ Vul 162,5 in op de plek h van de formule.→ 162,5 = 0,00025x² + 40 ← De vergelijking die hoort bij de vraag.→ Los deze vergelijking op.
162,5 = 0,00025x² + 40⁕Je mag een rekenmachine gebruiken voor deze vraag.
0,00025x² +40 = 162,5–40 = –40 ← Trek 40 af van beide zijden.0,00025x² = 122,5÷ 0,00025 = ÷ 0,00025 ←Deel beide zijden door 0,000251∙x² = 122,5 ÷ 0,00025x² = 490000x = √490000 = 700 of x = –√490000 = –700→ x = 700 ∨ x = –700
c. "Hoeveel meter staan de pylonen uit elkaar?"
→ 700 + 700 = 1400
→ 1400 m
→ Het spandoek is gespannen "80 meter boven het wegdek".→ De h-waarde waarop het spandoek is gespannen is 'de afstand van het wateroppervlak tot het wegdek + de afstand van het wegdek tot de plek waarop het spandoek is gespannen', namelijk 40 + 80 = 120.→De vergelijking is 120 = 0,00025x² + 40→ 120 = 0,00025x² + 40 ⁕Je mag een rekenmachine gebruiken voor deze vraag.
0,00025x² +40 = 1200,00025x² +40 = 120–40 = –40 ← Trek 40 af van beide zijden.0,00025x² = 80÷ 0,00025 = ÷ 0,00025 ←Deel beide zijden door 0,000251∙x² = 80 ÷ 0,00025x² = 320000x = √320000 of x = –√320000
→ De vraag is hoe breed het spandoek is.→ √320000 + √320000 ≈ 1131 m
Geen opmerkingen:
Een reactie posten