Pagina's

Posts tonen met het label Rekenen met procenten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rekenen met procenten. Alle posts tonen

vrijdag 4 juni 2021

Rekenen met procenten (H6.1) - deel 2- G&R 12de - VWO 2

    ( Wiskunde - Getal en Ruimte 12de editie, VWO 2 , H6. Procenten en diagrammen)

H6.1 Rekenen met procenten - deel 2

(Opgave 10, 14, 15, 17, 18)

Opgave 10.
a.
→ 12½% = ⅛ 
→ Nieuwe prijs fiets = 840 euro – (afname = oude prijs fiets × 12½%) = 840 – 840 × ⅛ = 840 – 105 = 735 euro

b.
→ 11¹∕₉ % = ¹∕₉  ⇨ 22²∕₉% = 2 × 11¹∕₉ % = 2 × ¹∕₉
→ Nieuwe prijs T-shirt = 36 euro + (toename = oude prijs T-shirt × 22²∕₉% ) = 36 + 36 × 2 × ¹∕₉ = 36 + 8 = 44 euro

c.
→ 14²∕₇% = ⅐ 
Oude prijs broek × ⅐ = 20 euro
  • Vermenigvuldig beide zijden met 7
    • Oude prijs broek × ⅐ × 7 = 20 × 7
    • Oude prijs broek = 20 euro × 7 = 140 euro  
→ Nieuwe prijs broek = oude prijs broek – (afname = oude prijs broek × 14²∕₇%) = 140 – 140 × ⅐ = 140 – 20 = 120 euro

Opgave 14.
a.
→ De absolute toename van het aantal elektrische bromfietsen is 165.
→ Relatieve toename aantal elektrische bromfietsen = (toename ÷ oud) × 100%
  • Aantal elektrische bromfietsen in 2015 = Aantal elektrische bromfietsen in 2016 – absolute toename = 3775 – 165 = 3610 
  • Relatieve toename = (165 ÷ 3610) × 100% ≈ 4,6% (rond procenten af op één decimaal)
b.
→ Oude aantal leerlingen = 613 + 621 =1234
→ Nieuwe aantal meisjes = oude aantal meisjes + 11 = 621 + 11 = 632
→ Nieuwe aantal leerlingen = 598 + 632 = 1230
→ Relatieve afname = (afname ÷ oud) × 100%
  • Relatieve afname = {(1234 – 1230) ÷ 1234} × 100% = (4 ÷ 1234) × 100% ≈ 0,3% (rond procenten af op één decimaal)
c.
Stap1. Bereken eerst de gemiddelde prijs van een nieuwe fiets in 2015.
    • Het aantal verkochte nieuwe fietsen is 983 000 en de omzet daarvan is 899 miljoen.
      • Gemiddelde prijs nieuwe fiets in 2015 = omzet in 2015 ÷ aantal verkochte nieuwe fietsen in 2015 = 899 000 000 ÷  983 000 ≈ 914,55 euro
Stap2. Bereken de gemiddelde prijs van een nieuwe fiets in 2016.
    • Het aantal verkochte nieuwe fietsen is 5,6% minder.
      • Absolute afname verkochte nieuwe fietsen = aantal verkochte nieuwe fietsen in 2015 × 5,6% = 983 000 × 0,056 = 55 048
      • Aantal verkochte nieuwe fietsen in 2016 = aantal verkochte nieuwe fietsen in 2015 – afname = 983 000 – 55 048 = 927 952
    • De omzet in 2016 is 4,2% meer.
      • Absolute toename omzet in 2016 = omzet in 2015 × 4,2% = 899 000 000 × 0,042 = 37 758 000
      • Omzet in 2016 = omzet in 2015 + toename omzet = 899 000 000 + 37 758 000 = 936 758 000
    • Gemiddelde prijs nieuwe fiets in 2016 = omzet in 2016 ÷ aantal verkochte nieuwe fietsen = 936 758 000 ÷ 927 952 ≈ 1009,49 euro
Stap3. Bereken de absolute toename van de gemiddelde prijs van een nieuwe fiets.
    • Gemiddelde prijs in 2016 – gemiddelde prijs in 2015 = 1009,49 – 914,55 = 94,94 euro
Stap 4. Bereken de percentuele toename van de gemiddelde prijs van een nieuwe fiets in 2016.
    • Procentuele toename = (toename ÷ gemiddelde prijs in 2015) × 100% = (94,94 euro ÷ 914,55 euro) × 100% ≈ 10,4% (rond procenten af op één decimaal)
Opgave 15.
a.
→ Het aantal incidenten met wielrenners is sinds 2010 verdubbeld.
  • Percentuele toename = (toename ÷ oud) × 100%
  • Nieuwe aantal incidenten = 2 × oude aantal incidenten  ← omdat het aantal incidenten verdubbeld is.
  • Toename in aantal = nieuwe aantal incidenten – oude aantal incidenten = (2 × oude aantal incidenten) – oude aantal incidenten = oude aantal incidenten(2 – 1) = oude aantal incidenten  
  • Percentuele toename = (toename ÷ oud) ×  100% = {oude aantal incidenten ÷ oude aantal incidenten} × 100% = 1 × 100% = 100%
→ De percentuele toename is 100%.

b.
→ Het aantal verkeersslachtoffers is het afgelopen jaar verdrievoudigd.
  • Percentuele toename = (toename ÷ oud) × 100%
  • Nieuwe aantal verkeersslachtoffers = 3 × oude aantal verkeersslachtoffers  ← omdat het aantal verkeersslachtoffers verdrievoudigd is.
  • Toename in aantal = nieuwe aantal verkeersslachtoffers – oude aantal verkeersslachtoffers = (3 × oude aantal verkeersslachtoffers) – oude aantal incidenten = oude aantal incidenten(3 – 1) = 2 × oude aantal verkeersslachtoffers 
  • Percentuele toename = (toename ÷ oud) ×  100% = {2 × oude aantal verkeersslachtoffers ÷ oude aantal verkeersslachtoffers} × 100% = 2 × 100% = 200%
→ De percentuele toename is 200%.

Opgave 17.
Stap1. Bereken eerst de omzet in 2016
  • Omzet in 2016 = omzet in 2015 + (toename = 3 400 000 × 18%) = 3 400 000 + 612 000 = 4 012 000
Stap 2. Bereken de omzet in 2017
  • Omzet in 2017 = omzet in 2016 – (afname = 4 012 000 × 22%) = 4 012 000 – 882 640 = 3 129 360
Stap 3. Bereken de percentuele afname van omzet in 2017
  • Percentuele afname = (afname ÷ oud) × 100%
  • Absolute afname = omzet in 2015 – omzet in 2017 = 3 400 000 – 3 129 360 = 270 540 
  • Percentuele afname = afname ÷ oud × 100% = (270 540 ÷ 3 400 000) × 100% ≈  8,0% (rond procenten af op één decimaal
  • De omzet in 2017 is 8,0% lager dan in 2015.
Opgave 18
Een boek van € 19,00 wordt 10% in prijs verhoogd. Twee maanden later wordt de prijs van het boek met 10% verlaagd.
a.
→ Nieuwe prijs met 10% verhoging = oude prijs + oude prijs × 0,1 = 19,00  + 19,00 × 0,1 = € 20,90  
→ Percentuele afname = (afname ÷ oud) × 100%
  • Absolute (benodigde) prijsafname = € 20,9 – € 19,00 = € 1,90
  • Om weer op € 19,00 uit te komen moet de prijs met € 1,90 verlaagd worden van € 20,90.
  • Percentuele afname = (€ 1,90 ÷ € 20,90) × 100% ≈ 9,1% (rond procenten af op één decimaal
→ De prijs van het boek had verlaagd moeten worden met 9,1% om weer op € 19,00 uit te komen. 

b.
→ Nieuwe prijs met 15% verhoging = oude prijs + oude prijs × 0,15 = 19,00  + 19,00 × 0,15 = € 21,85
→ Percentuele afname = (afname ÷ oud) × 100%
  • Absolute (benodigde) prijsafname = € 21,85 – € 19,00 = € 2,85
  • Om weer op € 19,00 uit te komen moet de prijs met € 2,85 verlaagd worden van € 21,85.
  • Percentuele afname = (€ 2,85 ÷ € 21,85) × 100% ≈ 13,0% (rond procenten af op één decimaal
→ De prijs van het boek moet met 13,0% verlaagd worden om weer op € 19,00 uit te komen. 

c.
→ Nieuwe prijs met 15% verlaging = oude prijs – oude prijs × 0,15 = 19,00  – 19,00 × 0,15 = € 16,15
→ Percentuele toename = (toename ÷ oud) × 100%
  • Absolute (benodigde) prijstoename = € 19,00 – € 16,15 = € 2,85
  • Om weer op € 19,00 uit te komen moet de prijs met € 2,85 verhoogd worden van € 16,15.
  • Percentuele toename = (€ 2,85 ÷ € 16,15) × 100% ≈ 17,6% (rond procenten af op één decimaal
→ De prijs van het boek moet met 17,6% verhoogd worden om weer op € 19,00 uit te komen. 

d.
→ Nieuwe prijs met verdubbeling van de prijs = oude prijs – oude prijs × 100% = 19,00  – 19,00 × 1 = € 38,00
→ Percentuele afname = (afname ÷ oud) × 100%
  • Absolute (benodigde) prijsafname = € 38,00 – € 19,00 = € 19,00
  • Om weer op € 19,00 uit te komen moet de prijs met € 19,00 verlaagd worden van € 38,00.
  • Percentuele afname = (€ 19,00 ÷ € 38,00) × 100% = 50% 
→ De prijs van het boek moet met 50% verlaagd worden om weer op € 19,00 uit te komen. 


maandag 31 mei 2021

Rekenen met procenten (H6.1) - deel 1- G&R 12de - VWO 2

   ( Wiskunde - Getal en Ruimte 12de editie, VWO 2 , H6. Procenten en diagrammen)

H6.1 Rekenen met procenten - deel 1

(Opgave 2, 4, 5, 6, 8)

Opgave 2.
a.
→ Totaal aantal leden = 327 mannen + 433 vrouwen = 760
→ Nieuwe aantal leden = oude aantal leden + (toename = oude aantal leden × 3,7%) = 760 + 760 ×0,037 = 788,12
→ Het nieuwe aantal leden is 788 (rond aantallen mensen af op gehelen).

b.
→ Nieuwe jaarlijkse contributie = oude jaarlijkse contributie  (afname = oude jaarlijkse contributie × 8,2%) = 185 euro – 185 × 0,082 = 169,83
→ De nieuwe jaarlijkse contributie is 169,83 euro.

Opgave 4.
a.
→ Nieuwe prijs van spaarlamp = oude prijs (afname = oude prijs × 14%) = 8,95 euro – 8,95 × 0,14 = 7,697
→ De nieuwe prijs van een spaarlamp is 7,70 euro (rond geldbedragen af op centen).

b.
→ Aantal leden in 2017 = aantal leden in 2016 (afname = aantal leden in 2016 ×4,8%) = 854 – 854 × 0,048 = 813,008
→ Het aantal leden in 2017 is 813 (rond aantallen mensen af op gehelen).

Opgave 5.
a.
→ Nieuwe prijs = oude prijs (afname = de oude prijs × 8,4%) = 59,75 euro  – 59,75 × 0,084 = 54,731
→ De nieuwe prijs is 54,73 euro (rond geldbedragen af op centen).

b.
→ Nieuwe prijs standaardabonnement = oude prijs + (toename = oude prijs × 4,2%) = 17,95 euro + 17,95 × 0,042 = 18,7039
→ De nieuwe prijs is 18,70 euro (rond geldbedragen af op centen).   

c.
→ Aantal vuurwerkslachtoffers in 2016 = aantal vuurwerkslachtoffers in 2015 (afname = aantal vuurwerkslachtoffers in 2015 × 14%) = 558 – 558 × 0,14 = 479,88
→ Het aantal vuurwerkslachtoffers in 2016 is 480 (rond aantallen mensen af op gehelen).

d.
→ Aantal elektrische motorfietsen in 2016 = aantal elektrische motorfietsen in 2015 + (toename = aantal elektrische motorfietsen in 2015 × 17,9%) = 268 + 268 × 0,179 = 315,972
→ Het aantal elektrische motorfietsen in 2016 is 316 (rond aantallen fietsen af op gehelen).

Opgave 6.
a.
De prijs van één riem = 68,80 euro ÷ 20 = 3,44 euro
→ Nieuwe prijs van één riem = oude prijs + (toename = oude prijs × 55%) = 3,44 + 3,44 × 0,55 = 5,332
→ Karen koopt vijf riemen: 5,332 × 5 = 26,66 euro
→ Karen moet 26,66 euro betalen.
  
b.
→ Kortingsprijs van de hardloopschoenen = normale prijs (korting = normale prijs × 12,5%) = 179,95 – 179,95 × 0,125 = 157,45625
→ Marcel betaalt met vier briefjes van 50 euro: 4 × 50 euro = 200 euro
→ Het geldbedrag dat Marcel terugkrijgt = 200 euro – 157,45625 = 42,54375
→ Het geldbedrag dat Marcel terugkrijgt is 42, 54 euro (rond geldbedragen af op centen).
 
c.
Stap1. Het aantal bovenbouwleerlingen
  • Aantal bovenbouwleerlingen in het oude schooljaar = 1296 – 623 = 673
  • Aantal bovenbouwleerlingen in het nieuwe schooljaar = 673 + (toename = 673 × 5,2%) = 673 + 673 × 0,052 = 707,996
  • Het aantal bovenbouwleerlingen in het nieuwe schooljaar is 708 (rond aantallen leerlingen af op gehelen).
Stap2. Het aantal onderbouwleerlingen
  • Aantal onderbouwleerlingen in het nieuwe schooljaar = 623 – (afname = 623 × 5,6%) = 623 – 623 × 0,056 = 588,112
  • Het aantal onderbouwleerlingen in het nieuwe schooljaar is 588 (rond aantallen leerlingen af op gehelen).
Stap 3. Het totale aantal leerlingen
  • Totale aantal leerlingen in het nieuwe schooljaar = 708 + 588 =1296
  • Het totale aantal leerlingen blijft gelijk als 1296.
Opgave 8.
a.
→ Aantal uur en minuten dat Irene op dinsdag doet over het huiswerk = aantal uur en minuten op maandag + (toename = aantal uur en minuten × 30%) = 1,8 uur + 1,8 × 0,3 = 2,34 uur
0,34 uur = 60 × 0,34 minuten = 20,4 minuten
→ Irene doet op dinsdag 2 uur en 20,4 minuten over het huiswerk. 

b.
7,5% van de dag = 24 uur × 0,075 = 1,8 uur
→ Lex besteedt op maandag 1,8 uur aan het huiswerk.
Aantal uur en minuten dat Lex op dinsdag doet over het huiswerk = aantal uur en minuten op maandag + (toename = het aantal uur en minuten op maandag × 25%) = 1,8 uur + 1,8 × 0,25 = 2,25 uur
→ 0,25 uur = 60 × 0,25 minuten = 15 minuten
→ Lex besteedt op dinsdag 2 uur en 15 minuten aan het huiswerk.

c.
→ Duur van de trainingsronde op dinsdag = duur van de trainingsronde op maandag + (toename = duur van de traingingsronde op maandag × 40%) = 3,25 uur + 3,25 × 0,4 = 4,55
Aantal uur en minuten dat Frits op dinsdag nodig heeft = 4 uur en (60 × 0,55 =) 33 minuten.
→ Tijdstip waarop Frits dinsdag terugkomt = 9:45 uur + 4 uur en 33 minuten = 14:18 uur



Hoofdstuk 2 Gelijkvormigheid - Uitleg Opgave 43

  Hoofdstuk 2. Gelijkvormigheid 2.3 Gelijkvormige driehoeken Opgave 43.  Uitleg: